Haptonomie in het dagelijks leven

Een vrijdagochtend, juni 2020. Ik zit op zolder te werken. Buiten in de tuin hoor ik onze zoon van 4 jaar onafgebroken gemoedelijk kwebbelen met (of tegen..) mijn man. Omdat de kleuterklas van onze zoon tot de zomervakantie gesplitst blijft, is hij vandaag thuis.

Onze jongste dochter is vanochtend naar school vertrokken. Ze zit in groep 8, en mag sinds vorige week weer met de hele klas naar school. Het doet haar goed; ze is opgewekter en vrolijker dan in de afgelopen “lockdown-weken”, waarin ze vooral verdrietig was omdat het groep 8 -kamp niet doorging, de musical misschien niet door zou gaan, en ze het contact met haar klasgenootjes miste.

Onze oudste dochter hoor ik een verdieping lager rommelen. Ze zit in de tweede klas van de middelbare school. Haar klas is in drieën gesplitst. Haar vriendinnen zitten vandaag op school, maar onze dochter zit in de andere groep en daarom zit ze vandaag achter haar beeldscherm, thuis.

Haar gerommel klinkt een beetje gefrustreerd. Ik hoor een boek dat net iets te hard op de grond landt, haar slaapkamerdeur die niet gesloten wordt, maar dichtgegooid – je kent het wel. Ik hoor het even aan en loop dan naar beneden.

“Hoe gaat het bij jou?” vraag ik haar. “Mwah, ik weet niet. Ik ben in een baal-bui”. Ik zeg dat ik dat merk, en vraag haar waar ze van baalt. Ze haalt haar schouders op. “Mwah, ik weet niet. Ik las net op de app dat de meiden na schooltijd even naar de Appie geweest zijn, om samen iets lekkers te halen”… Even valt ze stil. “Maar goed, ik heb zometeen weer een meeting, en vanmiddag ga ik nog..”

Ik zet haar even stil, vraag haar hoe het voor haar is, dat haar vriendinnen samen (en dus zonder haar) naar de Appie geweest zijn. “Ik had zo graag mee gewild”. “Mis je ze?” vraag ik. “Ja, en ik baal er gewoon van dat zij samen naar school mogen, en ik niet bij hen in de groep ben ingedeeld”. Terwijl ze tegen me aan komt staan voor een knuffel bevestig ik haar gemis, haar balen, en haar verlangen; sámen te willen zijn met haar vriendinnen.

Ik vraag haar wat ze zou kunnen doen om dit verlangen te verwezenlijken. Ze laat me los en pakt haar telefoon. Even later heeft ze haar vriendinnen via Whatsapp laten weten dat ze hen mist, en voorgesteld dat ze hen volgende week dinsdag – als zij uit school komen – gaat ophalen, om daarna samen iets te gaan doen.

Als ik weer op zolder zit, hoor ik haar beneden neuriën.

Door tijd en ruimte te nemen om je gevoelens toe te laten (in plaats van er overheen te stappen en over te gaan tot de orde van de dag), kun je contact maken met je eigen verlangens en behoeften. Zo hoeven je verlangens en behoeften niet naar de onderstroom te verdwijnen, waar ze sluimerend aanwezig blijven en onbewust je gedrag beïnvloeden.

Door je gevoelens te onderzoeken, krijg je de mogelijkheid om in beweging te komen, actie te ondernemen richting het vervullen van je verlangens en behoeften.